Het land

          Bron: Canadian Quilting                        
Canada is, na Rusland, het grootste land ter wereld. Het is 9.970.610 km2 groot. Even ter vergelijking, Nederland heeft een oppervlakte van 41.526 km2 en past meer dan 240 keer in Canada! Canada heeft tien provincies en drie territoria. Het verschil tussen een provincie en een territorium heeft te maken met autonomie, oftewel de zelfstandigheid van het gebied. Een provincie heeft een vrij hoge mate van autonomie, in tegenstelling tot een territorium. Canada is een federale staat en heeft als staatshoofd Queen Elizabeth II van Engeland (Wikipedia, 10-06-2014).


Demografie


Canada heeft, volgens statistieken uit het jaar 2012, 34.300.080 inwoners (Wolters-Noordhof, 2007). De bevolkingsdichtheid hierbij is 3,44 inwoners per km(Wolters-Noordhof, 2007).   In alle provincies is Engels de eerste taal, behalve in Québec, daar is Frans de eerste taal. Het grootste gedeelte van de bevolking werkt in de dienstensector, een kleiner deel werkt in de industriesector, en het kleinste gedeelte werk in de landbouwsector (zie figuur 1).



Figuur 1 Samenstelling van de beroepsbevolking

Landbouw

Industrie

Diensten

% van de beroepsbevolking

3,6

22,4

74,0

Bron: Wolters-Noordhoff, 2007


Klimaat
Het grootste gedeelte van Canada heeft een Continentaal klimaat met neerslag in alle jaargetijden. Een paar gebieden hebben een Polair hooggebergte- of sneeuwklimaat, dit zijn de Rocky Mountains en de noordelijkste gebieden van Canada (Wolters-Noordhof, 2007). Het is echter niet zo dat, alleen omdat bijna heel Canada volgens het klimaatsysteem van Köppen een Continentaal klimaat heeft, het klimaat overal in Canada hetzelfde is. Canada is een groot land, en heeft dus ook verschillen in klimaat. Zo zijn de winters in de kustprovincies zachter dan de winters in provincies die midden in Canada liggen, zoals Alberta en Saskatchewan.

Economie
De economie van Canada heeft zich in de laatste twee eeuwen sterk ontwikkeld. In de 19e eeuw was voornamelijk de primaire sector, de landbouw, nog het belangrijkste. Mensen waren veel zelfvoorzienend. Aan het einde van de 19e eeuw begon men met de afzet van agrarische producten en kwam de textielindustrie op gang. De mijnbouw gaf een grote impuls in de economie. In verschillende provincies werden grondstoffen gedolven zoals goud, kolen en koper. Tijdens de Eerste Wereldoorlog moesten er schepen en vliegtuigen gemaakt worden, hierdoor kwam de metaalindustrie op gang. De landbouw sector is nu vooral vertegenwoordigd in de provincies Manitoba, Alberta en Saskatchewan. De uitgestrekte prairies worden gebruikt om tarwe te verbouwen, hiervan wordt driekwart geëxporteerd. Veeteelt bedrijven hebben zich rondom de steden van Ontario en Québec gevestigd, in de buurt van de afzetmarkt. Het gebied rondom de grote stad Toronto in Ontario is het industriële centrum van Canada. In dit gebied wordt veel geproduceerd zoals auto’s, onderdelen voor auto’s, voedingsmiddelen en nog veel meer. De producten kunnen gemakkelijk getransporteerd en geëxporteerd worden, dit doordat de luchthaven in Toronto gevestigd is en doordat Toronto niet ver bij de grens van Amerika en bij de zee vandaan ligt (Economie, 11-06-2014). 



Bronnen


Schriftelijke bronnen:


  • Wolters-Noordhoff, (2007) De grote bosatlas: Drieënvijftigste editie, Amsterdam: WN Atlas Productions

Internet bronnen:


  • Canadian Quilting: Website. [www.document] <http://cqacanadianquilting.blogspot.nl/2014/01/walk-to-brock-4.html> Geraadpleegd op 12-06-2014
  • Economie: Website. [www.document] <http://www.voorbeginners.info/canada/economie.htm> Geraadpleegd op 11-06-2014
  • Wikipedia: Website. [www.document] <http://nl.wikipedia.org/wiki/Canada> Geraadpleegd op 10-06-2014